Interview: Hoe geef je leiding aan data-ondersteund werken in het speciaal onderwijs?

Christiaan Eshuis is werkzaam op de Koetsveldschool, onderdeel van Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden. Op deze school volgen zeer moeilijk lerende (ZML) kinderen van vier tot twintig jaar dagelijks onderwijs dat is aangepast aan hun specifieke onderwijsbehoefte. In 2009 begon hij hier als groepsleerkracht, klom vervolgens op tot coördinator voor het Speciaal Onderwijs, en uiteindelijk rolde hij in de positie van adjunct-directeur van de school. In 2020 is Christiaan met zijn team gestart met de implementatie van TRIPS. In dit interview vertelt Christiaan zijn ervaringen rondom het leidinggeven aan het proces van meer en beter data-ondersteund werken. Daarnaast geeft hij tips over hoe andere SO-scholen hiermee aan de slag kunnen gaan.

Het interview downloaden als PDF

Christiaan Eshuis is adjunct-directeur van de Koetsveldschool en daarnaast
kwartiermaker nieuwkomers bij Stichting Christelijk Onderwijs Haaglanden.

De uitdaging van data-ondersteund werken met zeer moeilijk lerende kinderen

Werken in het ZML vraagt een andere werkwijze dan het reguliere onderwijs. Per kind wordt een ontwikkelingsplan opgesteld en op basis van meerdere factoren wordt een inschatting gemaakt voor het uitstroomperspectief. Een valkuil in het ZML is dat je snel op leerlingniveau verzandt en het hele ontwikkelperspectief doorneemt. Individuele dingen doen we alleen als het echt nodig is. Binnen onze school hebben we daarom vier leerroutes met een bijbehorende streefplanning.

Leerlingen mogen soms meerdere jaren over bepaalde doelen doen. Deze fijnmazigheid kan je in Parnassys niet meenemen. Daardoor leek het bijvoorbeeld alsof een leerling ontzettend achterliep, terwijl hij volgens onze streefplanning prachtig op de rit zat.

We hebben de afgelopen jaren de overstap gemaakt naar meer opbrengst- en handelingsgericht werken. We werken met de CED-leerlijnen en hebben hiervoor een duidelijke ondersteuningsstructuur ontwikkeld. In ons stappenplan staat nu precies welke doelen in welke fase aangeboden moeten worden voor bepaalde leerroutes.

Toch kon het nog lastig te doorgronden zijn of onze leerlingen ‘op de rit’ waren of niet. In Parnassys konden we opbrengsten genereren, maar die manier sloot niet helemaal bij ons aan.

Leerlingen mogen soms meerdere jaren over bepaalde doelen doen. Deze fijnmazigheid kan je in Parnassys niet meenemen. Daardoor leek het bijvoorbeeld alsof een leerling ontzettend achter liep, terwijl hij volgens onze streefplanning prachtig op de rit zat.

Om de fijnmazigheid in beeld te brengen, zijn we aan de slag gegaan met Excelbestanden. Dat bleek echter ontzettend bewerkelijk. We moesten in Parnassys percentages zoeken, knippen en plakken in Excel, verschillende filters toepassen, dan handmatig tellen en weer invullen hoeveel leerlingen dan onder, op of boven het verwachte niveau zitten. Zelfs op deze uitgebreide manier hielden we nog onvoldoende rekening met het feit dat leerlingen meerdere jaren over bepaalde doelen mochten doen. We waren veel tijd en energie kwijt aan iets wat eigenlijk nog niet helemaal passend was bij ons beleid. Daarnaast is deze manier van werken ook nog eens foutgevoelig. We hadden noodzaak aan een oplossing die gemakkelijk, en het liefste geautomatiseerd, de individuele ontwikkeling van leerlingen in beeld kon brengen.

Data-ondersteund leidinggeven: een visie voor ogen hebben op wat je precies wil bereiken met data

Onze directeur had TRIPS leren kennen op een beurs en was meteen gecharmeerd. Na een presentatie te hebben gekregen op school besloten we van start te gaan omdat TRIPS juist die nuance en fijnmazigheid in zicht kon brengen waar we naar op zoek waren.

Het implementatieproces start algemeen. Je begint met het inzichtelijk maken van leerlingkenmerken, instroom, uitstroom en dergelijke. Het scheelde dat we de “data-boel” al best goed in de steigers hadden staan voordat we met TRIPS startten. Inhoudelijke discussies over data hadden we al op school gevoerd. Daardoor wisten we goed wat we al hadden en wat we nog nodig hadden.

Het is niet alleen nodig om grondig door je eigen streefplanning en berekeningen te gaan. Je moet ook goed nadenken over de mogelijkheden van de soorten visualisaties die je wilt gebruiken.

TRIPS hielp ons echter verder met keuzelijsten om te beslissen wat je qua datasets en visualisaties wel en niet in de TRIPS-omgeving gaat gebruiken. Dit helpt om te onderzoeken hoe je het meest uit je huidige data-landschap kan halen.

Ook kregen we een aantal voorbeelden van hoe je een data-omgeving kunt inrichten. In eerste instantie dacht ik toen ‘Ja, dit klinkt goed en wij willen dat ook!’. Nadat we er echter dieper ingedoken waren, bleek dat toch niet het geval. Wij wilden meer de diepte in en details in beeld kunnen brengen, zeker op het gebied van de leerlijnen en ontwikkeling van leerlingen over meerdere jaren.

Dit bracht ons bij de eerste grote puzzel. We realiseerden ons toen namelijk voor het eerst dat hoe dieper je in de data duikt, hoe meer vragen het oproept. Het bleek dus het niet zo makkelijk als we dachten en het is daardoor een flinke zoektocht voor ons geweest. ‘Maar gelukkig ben ik een beetje eigenwijs’, zegt Christiaan. ‘Als ik iets voor ogen heb, wil ik het er ook uit halen. Die uitdaging wilde ik dus ook aangaan met TRIPS’.

We hebben in de periode daarna veel samengewerkt met de ontwikkelaars van TRIPS. Ik heb heel vaak kunnen bellen om te sparren, wat heel fijn is. Het is niet alleen nodig om grondig door je eigen streefplanning en berekeningen te gaan. Je moet ook goed nadenken over de mogelijkheden van de soorten visualisaties die je wilt gebruiken. Op een gegeven moment kwamen zij met voorbeeldvisualisaties die ons wél de antwoorden geven waar we naar op zoek geweest zijn.

Toen ik dacht dat we er waren, bleek dat niet zo te zijn. Na de resultatenoplevering kwamen de verfijningsvragen naar boven bij ons team. We namen bijvoorbeeld alle uitgestroomde leerlingen mee in de dataset, zij vervuilden de resultaten dus wilden we deze groep uit de visualisatie kunnen filteren. Dat is een voorbeeld van wat technisch maatwerk dat nodig is om het voor ons helemaal naar wens te maken.

De service van het TRIPS-team vind ik heel prettig. Zonder de hulplijn had ik denk ik al een paar keer mijn computer uit het raam gegooid. Het team van TRIPS is ontzettend geduldig, vindt het leuk om samen met de vraagstukken te stoeien, kan de onderwijsvraag naar de technische kant vertalen, denkt mee en is bereikbaar. Dat is goud waard.

Organiseren en ontwikkelen van data-eigenaarschap 

We hebben nu voor de eerste keer de schoolopbrengsten kunnen genereren, wat dat betreft staan we nog wel aan het begin. Ik heb nu zelf de resultatenanalyses gedaan in TRIPS en de coördinatoren gevraagd acties te hangen aan de bevindingen. De volgende stap is dat de coördinatoren zelf de data in TRIPS gaan analyseren. We zijn onze tocht gestart met onderzoeken hoe TRIPS kan opbouwen tegen het planningsscherm in Parnassys. Op schoolniveau hebben we daar nu het antwoord op gevonden. Nu gaan we ons richten op de visualisaties per groep, zodat ook de leerkrachten er mee aan de slag kunnen.

Het liefst willen we dat het eigenaarschap van de data tijdens de groepsbesprekingen bij de leerkracht gaat liggen, in plaats van de intern begeleider. Hij of zij kan dan zelf analyses doen en met de intern begeleider bespreken wat hij/zij ziet en welke acties er ondernomen gaan worden. We willen dat alle collega’s data-ondersteund, inhoudelijke gesprekken met elkaar voeren over de opbrengsten. ‘Opbrengsten’ is geen vies, saai woord, het kan juist heel levendig zijn, mits je het goede gesprek aan gaat. Ik ben ervan overtuigd dat dit kan leiden tot betere resultaten op individueel niveau en in het belang is van het kind.

Zonder de hulplijn had ik denk ik al een paar keer mijn computer uit het raam gegooid. Het team van TRIPS is ontzettend geduldig, vindt het leuk om samen met de vraagstukken te stoeien, kan de onderwijsvraag naar de technische kant vertalen, denkt mee en is bereikbaar. Dat is goud waard.

We gaan dit proces stapsgewijs opschalen. Eerst bespreken de coördinatoren de visualisaties tijdens het bouwoverleg, als een soort eerste kennismaking met de data. Daarna gaan de leerkrachten zelf oefenen: inloggen, navigeren, wat zie je, welke conclusies trek je hier uit? Ik verwacht zeker niet dat iedereen het zomaar kan. Het is een kwestie van een olievlek. Misschien beginnen we wel met een klein aantal collega’s om zo het pad voor de rest al wat af te vlakken.

Continue ontwikkeling: van data-vraag naar data-vraag

Zonder dat er al echte resultaten te analyseren zijn in TRIPS, heeft het starten met TRIPS wel de kwaliteitszorg bij ons op school verfijnd. Je gaat nog meer nadenken over waarom je dingen doet zoals je ze doet. We nemen nu bijvoorbeeld jonge kinderen niet mee in de analyses, maar waarom eigenlijk niet? En voor onze VSO-leerlingen die veel stages lopen is de vraag nu wat we met de behaalde resultaten doen. Ze zijn er wel, maar niet op een manier genoteerd zodat we er opbrengsten over kunnen ophalen. De discussie is nu ‘wat vinden we hiervan en willen we dat wel of niet op een andere manier gaan bijhouden?’. Dat zijn mooie ontwikkelingen en maakt ons bewust van wat we doen en met welke bedoelingen.

Conclusie: TRIPS als oplossing voor inzicht passend bij de wensen van onze school

Na veel gepuzzel hebben wij de knoop doorgehakt, wij gaan voor TRIPS. Wat ons ervan heeft overtuigd, is dat TRIPS de schooleigen doelen en ambities meeneemt in de berekeningen, waar Parnassys dat niet op eenzelfde manier kan en doet. Daarnaast geven de visualisaties in TRIPS meer inzicht in je groep dan je leerlijnprofielen met leerling kunnen.

Met TRIPS kun je, als je het eenmaal hebt ingericht zoals je wilt, altijd de juiste informatie oproepen, wanneer je maar wilt. Niet alleen de resultaten, ook bestendiging en uitstroom en dergelijke. Dus de info om te delen met externen is ten alle tijden op te roepen.

Praktijktips

  1. Investeer in je eigen kennis en visie op data-ondersteund werken

Zelf heb ik wel onderschat hoeveel tijd je vrij moet maken om echt thuis te raken in TRIPS. Je kunt niet bepalen ‘dit gaan we zo doen’, als je het nog niet écht snapt. Je moet er zelf veel mee stoeien. Daarna kun je pas beslissen of iets goed ingericht is. Je hebt natuurlijk altijd veel te doen als je in het onderwijs werkt. Maar maak voldoende tijd vrij, ook in het voortraject van TRIPS, dat is eigenlijk de belangrijkste fase. Het is een investering, maar dat kun je er later uithalen.

  1. Breng je data-landschap in beeld. 

Een andere tip aan scholen die met TRIPS willen starten, is dat je goed helder moet hebben welke velden uitgelezen worden in TRIPS. Dat vereist discipline, je kunt niet zomaar elke keer alles veranderen. Je wilt dat de koppelingen goed blijven lopen, het is namelijk heel vervelend als je iets wilt analyseren en er dan pas achter komt dat er een schakel ontbreekt. Dit maakt ons wel heel bewust van wat we doen en waarom. Je handeld weloverwogen. Anders maak je veel sneller gewoon een aanpassing in je aanbod bijvoorbeeld.

We zijn nu binnen onze school nog aan het zoeken hoe we alles goed vast kunnen leggen. Een kleine aanpassing in Parnassys kan gevolgen hebben voor de visualisaties in TRIPS, omdat veel met elkaar verbonden is. Wij moeten intern een document opstellen waarin beschreven staat ‘x is gekoppeld aan TRIPS, verander je x? Dat moet je dat een TRIPS doorgeven’.

Met TRIPS geef jij jouw medewerkers en jouw organisatie de gereedschappen om aan de slag te gaan met professionele ontwikkeling.

Kom met ons in contact!